Blog

Ik ga jullie vergasten op wat filosofische gedachtenspinsels ten aanzien van het leven als éénling.

Geschreven door een alleengeborene met een (prenataal) tweelingbegin. Ongeveer 10 jaar geleden ben ik me bewust geworden van dit levensbepalende basale drama. Het verlies van mijn tweelinghelft. (En daarmee is alles gezegd) Ik heb het laten bevestigen door een Kinesioloog, die bijna op de dag af het trauma kon plaatsen: Na 18 weken en 3 dagen in de buik van mijn moeder is mijn tweelingzusje gaan hemelen.  Doodsangst en rouw. Volgens zijn analyse heb ik ook in zwaar weer verkeerd met 4 weken. Wat mij betreft is het negen maanden lang kommer en kwel geweest. En toch ben ik wel goed gelukt. Al zeg ik het zelf. Het heeft even geduurd, maar nu kan ik dat zeggen.

Vlinder paar

Niemand die wat aan me zag, zo na de geboorte. Destijds was het ook niet de gewoonte om te kijken hoe het met de pasgeborene stond, emotioneel. Baby’jes waren nog niet bewust. En wat ze ook voelden, ze zouden het weer vergeten en eroverheen groeien. Baby’tjes diende verzorgd te worden. Opgevoed. Aangepast. Zindelijk gemaakt. Dat ze wel degelijk hun eigen innerlijke belevingswereld hadden was niet bekend. En niet bekend maakt onbemind. Te lang terug in de tijd is zweverig. Ge-emmer. Beiden correct, de baby zweeft in dat vruchtwater en je kunt die vruchtwaterzak wel zien als een emmertje, of flinke emmer (Tot 2 liter, of zoiets). Dat je al voor de geboorte trauma’s kan hebben opgelopen, wordt niet zomaar geslikt door rationele wezens. Die kijken vooruit, zijn praktisch en daadkrachtig. Onmachtig om zich te verbinden met kwetsbare afhankelijkheid, misschien wel. Dat afhankelijke wat in onze individualistische maatschappij zo niet gewaardeerd wordt. Een angstbeeld voor velen.

Eenling. Tweeling. Drieling.

Ik ben een tweeling, geweest.  Wat ben je dan. Hoe kun je een tweeling zijn. Ik ben er één van een tweeling, dat kan natuurlijk wel.  Ik ben een alleengeboren tweeling. Zielig. Ik kan geen tweeling zijn, samen waren we een tweeling. Ik ben het nooit geweest. Ik dacht dat wel, dat ik die tweeling was, ben ik in regressie achtergekomen. Mijn bewustzijn huisde in twee lijfjes, met vier armpjes en vier beentjes, alles van hetzelfde DNA. Als er één tweelinghelft in stukken uiteenvalt, doordat er één vruchtje overlijdt, dan voelt het niet meer compleet.  In mijn geval voelde ik me altijd half levend – halfdood. De wereld om me heen vond me altijd ‘anders’. En dat was ik dus ook, want wie voelt zich nu half levend en halfdood. Het kan niet eens. Want leven is éénduidig. Pas als er geen greintje leven meer in je zit en er niets meer klopt, dan ben je dood. Dood als in, niet meer leven. De eindmarkering van leven. En ik voelde me uit elkaar gevallen, met de dood ervaren als hologrammen van ellende, in alle delen van die andere uit elkaar gevallen helft. Versplinterd, versnipperd. En met een noodzaak om het onmogelijke te volbrengen, de andere helft van mij weer tot leven brengen. Als machteloze lappenpop is dat me niet gelukt.

Ik was die tweeling niet. Ik was een éénling met een eigen identiteit. Dat was ik zoooo kwijt. Mijn aandacht ging uit naar de ander. Haar welbevinden, haar leven. Het is een misvatting. IK was niet eerst twee, daarna één. Ik ben altijd die eenling geweest. Twee kun je niet zijn. Ongeacht wat, je bent jezelf. Alles wat je mist, is waar je de ander voorop hebt gezet, waar je je aangepast hebt, waar je je eigen potentieel niet hebt geleefd, maar een taakverdeling hebt afgesproken. Missen is dat willen wat er niet is. Missen is dus weg van wat er is. Het er niet mee eens zijn.

Eenling, tweeling, drieling. Ik dacht aan woorden met ling erachter. Wat betekent die ling. Als ik mijn hersenpan afzoek naar andere ling woorden dan kunnen jullie er misschien talloze noemen, die zijn bij mij noemeloos, ik krijg alleen ‘drenkeling’ boven en nu ‘vluchteling, zwakkeling. Ik doe dit niet expres, maar dit zijn de woorden die opkomen. Oké nu ook enthousiasteling, energiekeling, leukeling. Soort definiëring. Bij die drenkeling heb ik het maar eens opgezocht. Iemand die onvrijwillig ter water is geraakt en dan wel verdronken is of gered. Een drenkeling kan de geredde zijn en ook de verdronkene. Ik heb tweelingen en drielingen meegemaakt die die definiëring van het driezijn of het tweezijn NIET prettig hebben gevonden, omdat het hun individualiteit overschaduwde. Ze werden zelf niet gezien, alleen als persoon in relatie tot de ander.

Liefdes bericht

Voortbordurend op dit thema zou ik zeggen dat ieder mens zelf geboren is en zelf weer doodgaat. En dat het besef van je eenheid, je heelheid, je authenticiteit, je de keuze geeft met wie je wilt verbinden.

Als alleen geborene met een levensbegin met ander vruchtje, is er heel veel pijn geweest omdat ik de ander ben kwijtgeraakt. Bij mij was er dus ook sprake van verwarring op mijn en dijn. En toen die verwarring helder was geworden, kwam daar bovenop dat ik mijn focus had op die ander. Het zichtbare deel van mezelf, zo dacht ik. Het meest aantrekkelijke deel van mij. Het belangrijkste deel van mezelf En daarmee is het oneigenlijke pijn. Want het kan niet waar zijn.  En daar is mijn loopbaan begonnen. Mijn loopbaan als therapeut, als coach. Met een oneigenlijke behoefte om anderen beter te maken. (losgelaten ondertussen). Daar is de verantwoordelijkheid naar mezelf lekgeschoten. Ik bevond me niet centraal in eigen leven. Dat is iets als de zon, die de baan van de maan gaat bewandelen.

Al die pijn, die oneigenlijke pijn kan worden losgelaten. Ook last van pijn van lang geleden is oneigenlijke pijn. Natuurlijk, het is pijn. Van jou destijds.  Van een oud trauma.  In die zin eigen. Alleen dat oude pijn het leven bepaalt is eigenlijk niet nodig. Angst voor trauma’s kan ontmanteld, want… Je hebt het overleefd, er is tijd overheen gegaan en je bent meer geworden dat in de tijd van het trauma. En daarmee is het een trauma voor een deel van je. Een deelpijn die je aankan. Omdat je meer geworden bent.

Soms kun je daar daadwerkelijk hulp bij gebruiken, om je te bevrijden oneigenlijke pijn. Verwerking heet dat. Dat zit het oude al in vervoegd. Ver-werken. En ja soms is het hard werken om oude pijn los te laten. Dat komt deels omdat we niet hebben geleerd om ons één zijn, ons heel zijn te eren. We zijn allen één. Ik ben één, jij bent één, wij zijn één en samen kunnen we delen

Pijn is. Pijn kan slechts gevoeld worden en weer losgelaten. Pijnlijk wordt het als pijn vastgehouden wordt. En de éénheid niet gerespecteerd.

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.